“Leren door doen”: Hoe het Francois Vatel VMBO werkt aan toetsen en beoordelen.

In gesprek met Niels Ohm over professionalisering rondom toetsing.
Leerlingen Francois Vatel VMBO

Niels Ohm is afdelingsleider Bovenbouw en examensecretaris bij het Francois Vatel VMBO in Den Haag. Hij heeft verschillende opleidngstrajecten onder zijn hoede, waaronder het voorbereidend onderwijs richting mbo-1 opleidingen en een verkort traject mbo-2, waarbij leerlingen versneld hun mbo-2 diploma kunnen behalen. Daarnaast is hij eindverantwoordelijk voor de examinering en onderhoudt hij contacten met diverse mbo-instellingen. Om voeling te houden met de dagelijkse  onderwijspraktijk geeft hij ook nog wiskunde aan een vierde klas. 

Niels was op zoek naar manieren om de kwaliteit van toetsing binnen zijn school te verbeteren, en kwam hij via zijn eigen toetsopleiding in contact met Risbo. Dit leidde tot een professionaliseringstraject rondom toetsconstructie en toetsanalyse. We spraken met hem over deze samenwerking en de uitdagingen die hij tegenkwam.

Wat was precies de aanleiding om contact op te nemen met Risbo?

“In mijn rol als examensecretaris moet ik de kwaliteit bewaken van het toetsplan en alles wat daaromheen plaatsvindt. Technisch was dat op orde, maar het gaat natuurlijk ook over de inhoud en achtergrond van toets en toetsing. We wilden
werken aan de kwaliteit van onze toetsing en de professionalisering van onze teams. We zijn met alle vaksectieleiders aan de slag gegaan om onze overgangscriteria te herijken en te werken aan de bevorderingsrichtlijnen. Ook hebben we het toetsbeleid en onze visie daarop geherformuleerd. Maar dat is dan een “papieren document” en we vroegen ons af: hoe gaan we nu verder? Welke invloed heeft dit op toetsing in de praktijk? Toetsing is toch je instrument om te beoordelen, en je wilt dat dat stevig in elkaar zit. Dat was de startvraag en aanleiding om contact op te nemen met Risbo.”

Hoe zag het professionaliseringstraject met Risbo eruit?

“We merkten dat de beginsituatie verschilde per vaksectie, en dat we nog niet dezelfde taal spraken. Daar lag dus ruimte voor verbetering. We hebben gekozen voor een traject met drie modules. De eerste module ging over de basis: Hoe ziet een toets eruit en hoe kunnen we werken aan herkenbaarheid en opbouw. Die module hebben we intern georganiseerd. Voor de tweede en derde module hebben we Celine (van der Lienden, red) van Risbo ingeschakeld.”

De tweede module richtte zich op het construeren van toetsen en de derde op het analyseren van toetsen, vertelt Niels: “De laatste module, en misschien wel de belangrijkste, ging over het vertalen van de toetsresultaten naar de leerlingen. Het is heel belangrijk dat de leerling beseft hoe het eigen leerdoel zich verhoudt tot het toetsresultaat. Dat is uiteindelijk wat je wilt bereiken. Daar gaan we de komende jaren nog verder mee aan de slag.”

"Het is heel belangrijk dat de leerling beseft hoe het eigen leerdoel zich verhoudt tot het toetsresultaat. Dat is uiteindelijk wat je wilt bereiken."

Niels Ohm

Afdelingsleider Bovenbouw en examensecretaris bij het Francois Vatel VMBO

Welke uitdagingen kwamen jullie tegen tijdens dit traject?

“Een grote uitdaging lag in de tweede module, bij de ‘constructive alignment’. Dus bij het in lijn brengen van leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing. Dat is technisch een klus, maar leverde ook wel weerstand op: Het werk dat daaruit volgde stond soms op gespannen voet met het dagelijkse werk dat van de collega’s wordt gevraagd. Het was daarom erg belangrijk om zingeving aan te brengen: Waarom doen we dit? Waarom is het de extra moeite en tijd waard? Wat is onze gezamenlijke wens?”

“Een andere uitdaging was de diversiteit van de groep. Je wilt het liefst dat iedereen het maximale uit het traject haalt, maar dat vereist een gedegen voorbereiding en maatwerk voor elke collega. Ik ben ik heel blij met hoe Risbo dat heeft aangepakt.” Het gaat er dus om goed met elkaar in gesprek te blijven en heel goed te luisteren naar de behoefte van iedereen. Ik heb ook de noodzaak benadrukt: er is druk van bovenaf, vanuit de Inspectie van Onderwijs; het zijn ontwikkelingen waarin we mee moeten. Ik verwacht dat docenten zich openstellen en professioneel opstellen en ik wil ze daar ook bij helpen”.

Hoe belangrijk was de ondersteuning van Risbo tijdens dit traject?

“Los van de goede voorbereiding heb ik de flexibiliteit ook erg gewaardeerd. Celine gaf goed ruimte aan het proces en paste het programma en de tijd aan waar nodig. Dat was echt van belang, anders verdrinken mensen bijvoorbeeld in de toetsmatrijzen. Céline kwam ook niet met een standaardverhaal, maar keek echt naar wat wij nodig hadden. Die afstemming op onze specifieke situatie vond ik ontzettend prettig. Ze hielpen ons om een gemeenschappelijke taal rond toetsing te ontwikkelen en brachten expertise in die we zelf niet hadden”.
 

"Risbo hielp ons om een gemeenschappelijke taal rond toetsing te ontwikkelen en bracht expertise in die we zelf niet hadden”.

Waar ligt jullie focus nu, na afronding van het traject?

“Onze aandacht gaat nu vooral naar de vertaalslag naar de leerling. Ons motto is ‘Leren door doen’, en dat willen we concreet maken. Nu focussen we nog veel op het lesdoel, en dat evalueren we met elkaar. Maar daarnaast hebben we leerdoelen, en die moeten vertaald worden in de toetsen. Als de leerlingen snappen dat die toetsen te maken hebben met de les- en leerdoelen, en weten “aan welke knoppen ze moeten draaien” om invloed uit te oefenen op de resultaten, dán zijn we op de goede weg. Ook van een toets kun je leren, dat is dus eigenlijk ook leren door doen! Als we dat bereiken, is de cirkel echt rond.”

Hoe zien jullie de toekomst van toetsing binnen jullie school?

“Een van de conclusies uit dit traject was dat het interessant zou kunnen zijn om een hybride vorm te ontwikkelen tussen formatief en summatief onderwijs. We denken nu na over hoe we meer richting een startkwalificatie voor het mbo kunnen gaan. Die heeft natuurlijk een theoretisch component, maar is eigenlijk veel meer competentiegericht. Dat raakt dus de opzet van formatief handelen. Maar formatief handelen staat op gespannen voet met summatief onderwijs – en het feit dat onze eindbeoordeling -het examen- summatief wordt gegeven. Een hybride vorm zou hierin dus wel een oplossing kunnen bieden. Dat wordt de missie voor de komende jaren.”

Heb je een persoonlijke drijfveer in dit proces?

“Toen we tijdens Corona op afstand moesten werken, ben ik gaan experimenteren met een andere manier van toetsen. Ik merkte dat mijn leerlingen dat interessant vonden en op een andere manier feedback gaven, terwijl ik wél dezelfde dingen aan het toetsen was. Dat was het begin van de zoektocht.”

Een queeste, zo je wilt?

“Ja!”, lacht Niels, ”Dit is inderdaad een queeste en dat is beregaaf. Hoe kunnen we toetsing betekenisvoller maken voor onze leerlingen én onze docenten? Met de hulp van Risbo hebben we belangrijke stappen gezet, maar de reis is nog niet ten einde.”

Auteur: Hanna van Impelen-Emmering

Meer weten over professionalisering op het gebied van toetsing en formatief handelen?

Celine van der Lienden

Celine van der Lienden

Onderwijsadviseur en trainer

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen